Loïc groeide op in Haarlem, maar doordat zijn ouders een huis hebben in Verbier skiet hij al twintig winters elke vakantie. “Ik was tot m’n zestiende een park rat, deed vooral springen en jibben in het funpark, lage broeken, achterover hangen, dat werk. Totdat m’n vader zei dat ik mezelf een hele slechte skistijl had aangeleerd. Ik ging terug op les, in de poeder, dat wel. En daar ontdekte ik dat je bij het freeriden ook vette jumps kon maken.” Die lessen hebben zich uitbetaald. Hij won al twee keer het Nederlands Kampioenschap Freeriden en deed mee aan de junior Freeride World Tour. Een mooie toekomst als freerider behoort tot de mogelijkheden, maar zijn andere passie is filmen. “Ik wil eigenlijk geen wedstrijden skiën, ik word veel te zenuwachtig bij de startgate en geniet er dan helemaal niet van. Ik maak liever grote skifilms, op grote bergen. Maar … ik heb nog lang niet genoeg ervaring om bij de grote filmbureaus aan te kunnen kloppen. Uit de lage landen komen helpt dan ook niet echt. Dus dan is het wel mooi dat ik samen met jongens als Paul de Groot films kan maken, zodat hopelijk een groot bureau als Teton Gravity Research of Sherpas Cinema het ooit met me ziet zitten.” De Groot is in ieder geval erg te spreken over de kwaliteiten van Loïc en waarschijnlijk ook blij dat iemand zijn tempo op de berg kan volgen. “Loïc heeft ongekend veel talent, daarbij echt liefde voor de sport en de drive om beter te worden. Hij skiet op souplesse, maar daardoor niet minder hard. Het is onwaarschijnlijk dat zo’n lange gozer zo’n lichaamsbesef heeft. Met dat enorme landingsgestel landt hij echt alles!” Daarmee doelt hij waarschijnlijk op de vele backflips die Loïc lanceert. Afgelopen winter voegde hij daar een dubbele backflip aan toe, een onwaarschijnlijk moeilijke jump.