Geluk bij een ongeluk: de revalidatie valt in de zomer, net wanneer een snowboarder technisch werkloos is.
“Normaal gezien start ik mijn seizoen al in augustus in Australië en Nieuw-Zeeland. Het is daar dan perfect om te snowboarden. Vanaf oktober begin ik dan te trainen op de gletsjers in Oostenrijk en Zwitserland. In mei loopt het seizoen dan ten einde en dan neem ik mijn surfplank vast. Ik ben een golfsurfer. Eind september ga ik toch tien daagjes surfen in Portugal. Surfen heeft geen impact op mijn knieën. Een sport die ik dus perfect mag uitoefenen.”
Hoe wordt een jongen uit Westmalle wereldkampioen snowboarden?
“Als kind ging ik skiën met mijn ouders en na een paar jaar wilde ik ook wel eens snowboarden. Ik ben altijd iemand geweest die verschillende sporten wilde uitproberen. En snowboarden ging al heel snel heel goed. Ik raakte er helemaal aan verknocht. Toen een Oostenrijkse skileraar mijn ouders er op wees dat ik toch wel talent had, is dat stilaan uitgebreid. Ik ging twee keer per week indoor trainen op de overdekte piste in Peer. Ik begon deel te nemen aan kleine wedstrijden. Met succes, daarna probeerde ik de grotere tornooien, nieuwe oefeningen…. Snowboarden werd voor mij een sport waarin ik altijd zin heb om mijn limieten te verleggen. Toch is het ook dankzij de inzet van mijn ouders. Op vrijdagavond na school vertrekken naar Oostenrijk, zaterdag trainen, zondag een wedstrijd, ’s nachts terugkomen en slapen in de auto. Maandagmorgen terug op school. En dat enkele keren per jaar.”
Was dat te combineren met school?
“Er was zeker respect voor mijn sport, maar al te vaak zagen leerkrachten mijn buitenlandse stages puur als vakantie. Wat een verademing toen ik terecht kon op de topsportschool in Antwerpen. Daar was er niet alleen begrip maar ook voldoende professionele ondersteuning. Lessenpakketten om mee te nemen op buitenlandse stages, inhaallessen, flexibele uurroosters en een aangepaste examenregeling. Die school heeft me echt goed geholpen om vooruit te komen.”
Wat trok je vanaf het eerste moment zo aan in snowboarden?
“Er is geen enkele anders sport waarbij ik zoveel motivatie hebt om nieuwe zaken te leren. En natuurlijk: die bergen. Elke wintersporter, van welk niveau ook, vindt de bergen fantastisch. Dat buitenleven, die uitzichten, de natuur, sneeuw,… Ik kijk nu al weer uit naar dat leven in de sneeuw tussen de bergen.
Wat heb je nodig om aan de top van snowboarden
te komen?
“Sowieso doorzettingsvermogen en topconditie, maar dat is bij iedere sport zo als je aan de top wil komen. Maar daarnaast, en dat zal misschien veel mensen verbazen: creativiteit. De sport blijft evolueren en als je er bovenuit wil steken, moet je voortdurend jezelf vernieuwen. Niet zomaar andere mensen kopiëren. Echt op zoek gaan naar nieuwe combinaties en die jezelf aanleren. Je moet ook goed tegen de kou kunnen. Want hoewel goede technische kledij al flink helpt, train je toch vaak in ongure omstandigheden.”
En je mag geen schrik hebben.
“Je kunt voorzichtig of gewaagd skiën of snowboarden. Je maakt het zo gevaarlijk als je zelf wil. Die adrenaline is natuurlijk wel plezant, maar ik ben geen adrenaline junk die het nodig heeft om zichzelf steeds maar weer tot op de rand te pushen. Die adrenaline maakt het alleen maar plezanter.”
Vanaf augustus train je dagelijks. Hoe moet ik me een trainingsschema van een snowboarder voorstellen?
“Je moet rekening houden met veel verschillende factoren. Je kan nooit op voorhand zeggen wat of hoe je gaat oefenen. Een vast trainingsschema zoals bij andere sporten is onmogelijk. Je weet immers nooit hoe de weersomstandigheden zullen zijn. Daar ben je echt van afhankelijk. Bij slecht weer heb je bijvoorbeeld geen dieptezicht, wat springen onmogelijk maakt. Soms kan je twee uurtjes de berg op, andere dagen vijf. Ook je gevoel speelt mee en de sneeuwcondities. Je moet sowieso altijd voortgaan op je gevoel om te trainen. Je hebt ideeën, dingen die je wil bijleren maar op sommige dagen gaat het gewoon niet. Daar mag je geen stress van krijgen.”
Heb je een trainer die je daarbij begeleidt?
“Ik werk altijd samen met een trainer die voor de federatie Sneeuwsport Vlaanderen werkt en het hele jaar door bij me is. Naast trainingen geeft hij me ook logistieke en administratieve ondersteuning. Hij treedt ook op als mental en fysieke coach. Zo iemand heb je echt nodig. De dagen dat we trainen, moeten we ook nog opwarmen, stretchen, ons materiaal onderhouden, naar de winkel gaan, koken,….want we logeren dan op een appartement. Dat is vrijwel onmogelijk. Hij helpt ons daarbij en regelt de boekingen, vliegtuigtickets, verblijven….De federatie heeft niet zo’n grote budgetten maar de ondersteuning die we krijgen van Sneeuwsport Vlaanderen is wel voldoende om een winterseizoen af te werken.”
Je bent 27, hoe lang denk je nog verder te kunnen gaan?
“Het snowboardcircuit is de afgelopen jaren veel professioneler geworden. Naast het pure snowboarden, trainen snowboarders nu veel meer op fysiek. Zo ben je beter voorbereid op een lang seizoen met veel impacts. Ik heb mijn lichaam ook altijd op die manier getraind en daardoor hoop ik dat ik het langer kan volhouden dan de generatie voor mij. Alles hangt af van die fysieke conditie. Zolang ik er plezier in heb, blijf ik voordoen. Mijn revalidatie nu is cruciaal, ik hoop vanaf december terug te kunnen trainen om mijn niveau van vroeger terug te behalen.”