Het eerste wat je kan doen, is nagaan of je juist skiet. Een foute techniek kan voor veel overbelasting zorgen. Voel je dat je constant druk uitoefent op je scheenbeenspier? Volg dan enkele skilessen om je techniek op te frissen. Met de juiste techniek sta je mooi centraal op de latten. Ben je een freestyle-skiër? Dan is het oppassen geblazen met de zogenaamde backseat-landingen. Vermijd deze zo veel mogelijk om je benen niet verder te belasten. Bovendien kunnen de juiste skischoenen je veel ellende besparen. Het merk of de modieuze kleur van de schoen zijn minder belangrijk dan een comfortabele, goed aansluitende pasvorm. Let zeker op het volgende wanneer je je eigen paar schoenen aanschaft.
DE BUCKLES
De bedoeling is dat de schacht van je skischoen mooi aansluit rond je onderbeen. We zeggen niet dat je schoen zo fel moet spannen dat je bloed wordt afgesneden, maar een goede aansluiting is wel absoluut noodzakelijk. Wanneer je te veel speling hebt tussen je scheen en de tong van je schoen, zal je onderbeen tijdens het skiën naar voren en achteren schuiven. Zijn je benen wat te dun voor je skischoenen? Dan kan je de schoenen nog beter te laten aansluiten door de bovenste gespen verder aan te spannen met een powerstrap. Heeft je schoen geen powerstrap? Geen probleem, die kan je in elke skiwinkel los verkrijgen.
DE MAAT
Natuurlijk is de juiste schoenmaat van levensbelang. Je voet mag eigenlijk niet bewegen in de schoen. Heb je wel bewegingsruimte? Dan zit de kans erin dat de hoek tussen je been en voet te groot is, waardoor je op de piste teveel trekkracht zult zetten op je schenen. Het beste is dat de pasvorm van de schoen zo goed mogelijk aansluit bij je voeten. Daarom worden de meeste freestyle-schoenen tegenwoordig voorzien van een liner die de vorm aanneemt van je voet. Eigenlijk moeten je skischoenen net te klein aanvoelen wanneer je ze koopt, want een goed paar geeft vanzelf nog wat mee.
DE FLEX
Ook de flex van je schoen moet juist zitten. De flex is een grootheid die de hardheid van je skischoen aangeeft. Hoe hoger de flex, hoe stijver de schoen aanvoelt en hoe minder flexibel die is. De flex van een schoen wilt wel eens verschillen van merk tot merk. Freestylers, kinderen en lichtgewichten kiezen het best voor een zachtere schoen met een lage flex voor minder harde landingen. Ski je met veel kracht? Dan zal je meer baat hebben met schoenen met een hoge flex. Racers hebben zelfs een flex van minimum 130 nodig. Toch heeft de flex ook een beetje met persoonlijke voorkeur te maken. Zolang jij niet het gevoel hebt dat je je scheen te hard naar voren moet duwen om je voeten in beweging te krijgen, ski je waarschijnlijk met een goede schoen. Buigt je laars mee wanneer je je scheen naar voren duwt, dan heb je meer flex nodig.
DE LINER
Wanneer je te lang blijft skiën met hetzelfde paar schoenen, is de kans groot dat je liner na verloop van tijd helemaal verduurt. Je buitenschoen ziet er misschien nog tiptop uit, maar door vaak te springen, kan je liner ter hoogte van je scheen hard worden. Wanneer dat gebeurt, moet je de liner absoluut vervangen. Wist je dat wanneer je liner, platter en harder wordt, die ook groter wordt? Hierdoor kan je schoen uitzetten waardoor je nog meer risico loopt op een shin bang.
JE SOKKEN
Draag de juiste sokken! Je sokken zijn echt niet zomaar een detail van je ski-outfit. Het is zeker belangrijk om voldoende aandacht te geven aan je sokken. Kies voor een stof die voor weinig wrijving zorgt. Trek je sokken tot boven de skischoen en zorg ervoor dat er nergens plooien zitten. Waar je sok dubbel zit, kan dat voor vervelende drukpunten zorgen waar je de hele dag last van hebt.